Op de Legerplaats bij Oldebroek (Artillerie Schietkamp) vond gisteren een bijzonder moment plaats binnen de Koninklijke Landmacht. De eerste twee nieuwe mortierpelotons 120mm zijn opgericht bij 11 Infanteriebataljon, en naar 13 Infanteriebataljon.
Deze overdracht markeert de terugkeer van de 120mm mortier bij de infanterie-eenheden, na de centralisatie in 2012 waarbij deze wapens ondergebracht werden bij het Vuursteun Commando. Nu, ruim tien jaar later, keren de systemen terug naar de manoeuvre-eenheden – als onderdeel van een bredere modernisering van het vuursteunconcept en het verhogen van de gereedheid van de Krijgsmacht.
Door deze stap beschikken de eerste infanteriebataljons weer over directe vuursteuncapaciteit, waarmee hun slagkracht, reactievermogen en zelfstandigheid in het gevechtsveld wordt versterkt.
De oprichting is verricht door kolonel Hamers, plaatsvervangend commandant van 11 Luchtmobiele Brigade, gezamenlijk met kolonel Ten Horn, commandant van het Vuursteun Commando. In de ceremonie is teruggeblikt op de jaren waarop het Vuursteuncommando de mortierrol heeft ingevuld en daarmee de kennis en vaardigheden heeft onderhouden. Daarnaast heeft kolonel Hamers zijn dank uitgesproken over de wijze waarop het vuursteuncommando de mortieren heeft overgedragen aan 11 Luchtmobiele Brigade. De ceremonie vond plaats in aanwezigheid van onder meer Olaf Prinsen, burgemeester van Heerde.
De nieuwe eenheid draagt bij aan een duidelijkere afbakening van taken. De 41e Afdeling Veld Artillerie en de binnenkort op te richten 11e Afdeling Rijdende Artillerie blijven vuursteun leveren met capaciteiten zoals de Pantserhouwitser 2000NL, de Multi Mission Radar en de raketartillerie en worden op termijn gekoppeld aan brigades.
